België telt heel wat verouderde appartementsgebouwen. Om de woonkwaliteit van de bewoners te garanderen en om het bestaande woningpark energiezuiniger te maken, werd de laatste jaren een resem aan bijkomende regelgevingen uitgevaardigd. Voor oudere appartementen kan het in sommige gevallen interessanter zijn om over te gaan tot afbraak en heropbouw met de nieuwste materialen en technieken. Sinds 1 januari 2019 volstond het voor de algemene vergadering om bij vier vijfde meerderheid te beslissen tot afbraak of heropbouw.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde nu echter in het arrest van 20 februari 2020 dat opnieuw alle mede-eigenaars van een appartementsgebouw akkoord moeten gaan met de afbraak en de heropbouw ervan.
De mede-eigenaar heeft wel de mogelijkheid om afstand te doen van zijn kavel ten gunste van de andere mede-eigenaars. De vrederechter kan de wettigheid van de beslissing beoordelen en eventueel een gerechtsdeskundige consulteren over een geschikt bedrag voor de compensatie.
Dit brengt dus zeer concreet met zich mee dat beslissingen die genomen zijn sedert 1 januari 2019 bij vier vijfde meerderheid op vandaag alsnog door een misnoegde mede-eigenaar ter discussie gesteld kunnen worden. De misnoegde mede-eigenaar kan bij de vrederechter aandringen op een interpretatie van de genomen beslissing tot afbraak en heropbouw en aandringen op een waardering van zijn privatief door een gerechtsdeskundige.
VERSCHILLENDE HYPOTHESEN ZIJN DENKBAAR
In afwachting van een verder wetgevend optreden, brengt de vernietiging van het betrokken artikel met zich mee dat de beslissingen tot afbraak en/of heropbouw van een appartementsgebouw terug met eenparigheid moeten genomen worden.
Bron: biv.be
... wij zorgen voor een optimaal beheer!